VVD deels gelijk over koopprijzen, maar niet over verdwijnende huurwoningen

Claim: “Een gemiddeld koophuis kost inmiddels meer dan 470.000 euro. Tegelijkertijd verdwijnt het aanbod aan huurwoningen, omdat de overheid de woningmarkt heeft dichtgeregeld.”

VVD, verkiezingsprogramma 2025

Oordeel: gedeeltelijk waar

De VVD stelt dat koopwoningen inmiddels meer dan 470.000 euro kosten en dat het aantal huurwoningen afneemt door overheidsbeleid. Slechts één deel van die uitspraak klopt.

Volgens cijfers van Geldzaken.nl lag de gemiddelde verkoopprijs van een koopwoning in oktober 2024 op €467.355 — iets onder de grens van 470.000 euro, maar de trend stijgt sterk. Ten opzichte van 2023 namen de prijzen toe met ruim 11,5%. Het is dus juist dat de huizenprijzen historisch hoog zijn, al overdrijft de VVD het bedrag licht.

Het tweede deel van de claim — dat het aanbod van huurwoningen verdwijnt — wordt niet ondersteund door data. Uit cijfers van Datawonen (Ministerie van Volkshuisvesting) blijkt juist dat het aantal huurwoningen de afgelopen jaren licht is toegenomen, met name in de vrije sector. Er is wel sprake van krapte, maar niet van een daling in totaal aanbod.

Conclusie

De uitspraak van de VVD is deels waar. De huizenprijzen zijn inderdaad meer dan 470.000,- euro, maar de claim dat het aantal huurwoningen afneemt, klopt niet. Het beeld dat de partij schetst van een “dichtgeregelde” woningmarkt is dus slechts ten dele gebaseerd op feiten.