Geen bewijs voor Wilders’ uitspraak over ‘allochtonen’ en vrouwenveiligheid 

 

Claim: “50% van alle narigheid die vrouwen meemaken is door een allochtoon gepleegd”. EN “Allochtonen zijn verdachte in 55% van alle geweldsmisdrijven”.

Geert Wilders, EenVandaag debat, 27 oktober 2025 

Oordeel: gedeeltelijk waar

Bij het controleren van de uitspraak over vrouwenveiligheid bleek al snel dat er geen officiële cijfers bestaan die de claim van Wilders kunnen onderbouwen. Het CBS houdt wel gegevens bij over verdachten van misdrijven, inclusief onderscheid naar migratieachtergrond, maar niet naar het geslacht van de slachtoffers. 

Dat betekent dat er wel bekend is hoeveel verdachten van bijvoorbeeld verkrachting, aanranding of mishandeling een migratieachtergrond hebben, maar niet of de slachtoffers daarbij vrouw of man waren. Zonder die specifieke combinatie van gegevens – geslacht van het slachtoffer én herkomst van de verdachte is Wilders’ uitspraak niet te controleren. 

Ook verwees Wilders zelf niet naar enig onderzoek dat deze cijfers zou bevatten. De PVV heeft op haar website wel een artikel staan waarin vergelijkbare beweringen worden gedaan. Daarin wordt verwezen naar cijfers van dr. Jan van de Beek, die stelt dat mannen uit landen als Syrië, Afghanistan, Irak en Somalië “tot wel twintig keer vaker” seksuele misdrijven zouden plegen dan autochtone mannen. 

Een directe bronvermelding ontbreekt echter, en het werk van Van de Beek is omstreden. Volgens Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom van het CBS, is Van de Beek “geen betrouwbare wetenschapper” en werkt hij met “selectieve of misleidende interpretaties van data.” Eerder kwam hij al onder vuur te liggen vanwege onderzoek dat hij uitvoerde in opdracht van het Renaissance Instituut, het wetenschappelijk bureau van Forum voor Democratie. 

Oververtegenwoordiging in misdaadcijfers 
De tweede uitspraak dat “allochtonen verdachten zijn in 55 procent van alle geweldsmisdrijven” blijkt wel grotendeels te kloppen. Uit CBS-cijfers van 2024 blijkt dat er in totaal 140.610 geregistreerde verdachten waren van misdrijven. Wanneer je de definitie van het CBS hanteert, waarbij iemand met minstens één in het buitenland geboren ouder als persoon met een migratieachtergrond wordt beschouwd, kom je uit op ongeveer 80.260 verdachten met zo’n achtergrond. Dat is ongeveer 57 procent van het totaal. 

De PVV-claim is daarmee in grote lijnen juist, al gaat het hier om verdachten en niet om veroordeelden. Bovendien verklaren factoren als leeftijd, sociaaleconomische positie en woonomgeving een deel van de oververtegenwoordiging in deze cijfers. De uitspraak van de PVV klopt dus statistisch, maar mist context en nuance.  

Conclusie: politiek statement, maar geen feit 
De claim van Geert Wilders dat “de helft van alle narigheid die vrouwen meemaken door allochtonen wordt gepleegd” is niet verifieerbaar. Er bestaan geen gegevens die misdrijven tegen vrouwen koppelen aan de migratieachtergrond van de verdachte. De uitspraak lijkt vooral bedoeld om een politiek punt te maken, niet om feiten te presenteren. 

De tweede claim, over het aandeel van verdachten met een migratieachtergrond, is gedeeltelijk waar volgens CBS-cijfers, maar de PVV laat belangrijke context weg. 

Previous
Previous

De feiten over statushouders in Friese huurwoningen: Geen 35%, maar gemiddeld 5%

Next
Next

D66 correct over verviervoudiging van het aantal vacatures in de zorg